Zojuist ben ik voor de laatste keer wakker geworden in Oeganda. Nu moet ik snel mijn tas inpakken, want om 9:00 vertrekt de bus al. Nadat we voor de laatste keer gegeten hebben in ons verblijf, worden de koffers al de bus in gesjouwd. Als alles eenmaal is ingepakt en niemand is vergeten, kunnen we gaan rijden. De sfeer zit er goed in! We gaan eerst naar een toeristenmarkt in Kampala. Volgens de buschauffeur is het twee uur rijden.
En inderdaad, om 11:15 komen we aan bij de toeristenmarkt. Het is een rustige, ruim opgezette en gezellige rij van kraampjes met elk zijn eigen spullen. De een wilt graag een schilderij bemachtigen en de ander koopt een grote Oegandese djembé. Hier en daar wordt er ook flink onderhandeld. Dat is in Oeganda overigens sowieso veel gebruikelijker dan in Nederland. Ik zelf begin ook wel leuke dingen te zien, zoals een voetbalshirt. Dat zou mijn vader misschien wel een leuk cadeau vinden. Of, een armband voor mijn zus. De keuze is reuze en voor iedereen is er iets. Na twee uur loopt iedereen dan ook met een houten rug weer terug naar de bus. We zijn geslaagd en iedereen heeft iets anders meegenomen. Als we eenmaal zijn verzameld in de bus, krijgen we een lunch aangeboden. Deze bestaat uit kip, een gehaktbal, aardappelballetjes en een soort gefrituurde banaan. O, en om het dan toch nog een beetje gezond te laten lijken, zat er ook nog een salade bij met o.a. avocado.
Vervolgens komen we met de bus aan in Entebbe bij het “Lake Victoria”; het grootste meer van Afrika en het op een na grootste zoetwatermeer op aarde. Het is bijna net zo groot als Nederland en België samen! Het plan was eigenlijk om hier een boottocht te maken, maar vanwege de weersomstandigheden gaat dit helaas niet door. Wel krijgen we een rondleiding bij de vishandel van Entebbe. Tja, volgens mij is alleen Mario, geschiedenis- en maatschappijleerdocent, écht geïnteresseerd in wat er allemaal wordt uitgelegd…
Even later wordt ons dan gevraagd onze bestelling door te geven voor de pizzeria. “Wauw”, zeg ik, “We gaan naar een pizzeria! Doe mij maar een pizza Tropicano Large.”, zeg ik enthousiast. Na een tijdje als iedereen zijn bestelling heeft doorgegeven, stappen we ook daadwerkelijk de bus in naar de pizzeria. Als we door Entebbe rijden, hebben we een mooi uitzicht op het Victoria meer. Op een gegeven moment stoppen we bij een onwijs luxe pizzeria áán het meer. “Wat ziet dit er geweldig uit!”, denk ik, en met mij volgens mij vele anderen. Een lange tafel is al voor ons gereserveerd en terwijl wij gaan zitten, komt er voor ons een groep Afrikaanse jongens met grote djembés aanzetten. Wat maakt het een geluid! Ik vind deze locatie overigens zo mooi dat ik mij een beetje opgelaten voel, helemaal na deze confronterende week.
Zodra iedereen zijn heerlijke pizza heeft opgegeten en de Afrikanen nog actief muziek aan het maken zijn, begint het al een beetje donker begint te worden. Er komt vanuit het niets een soort plaag van beestjes. Emile legt uit dat het geen muggen zijn, maar dat ze gewoon op het licht afkomen. Dat stelt mij gerust, maar irritant vind ik ze wel. Dat is dan ook de reden dat de groep nog geen vijf minuten later alweer de bus instapt. Misschien een beetje te gehaast, want later op weg naar het vliegveld blijken we onze Oegandese vriend Wilbert te zijn vergeten. Gelukkig komt hij even later aan met de taxi, nadat wij even hadden gewacht. Eenmaal op het vliegveld aangekomen, moeten we tot 01:30 wachten tot we kunnen inchecken. Tot mijn verbazing gaat de tijd daar best snel. We hebben namelijk van de leiding allemaal een boekje gekregen en het idee is dan dat iedereen iets in het boekje van de ander schrijft. Een lief berichtje of een bedankje, het kan van alles zijn. Ook heeft iedereen wel vermaak bij zich, zoals een (puzzel)boek. Als het 00:00 is, is het groot feest! Sophie is 18 jaar geworden, en dat in Oeganda! We zingen voor haar en er wordt al een klein beetje feest gevierd;)
Als het dan 01:30 is, gaan we met z’n allen inchecken en komt Nederland al een stukje dichterbij. Niet veel later zitten we allemaal in het vliegtuig. De eerste vlucht is niet zo lang, maar toch val ik in slaap. Na een tijdje komen we aan in Nairobi (Kenia). Hier moeten we even wachten tot we het vliegtuig naar Amsterdam in kunnen. In de wachtlobby schrijven we allemaal aan de laatste personen nog een stukje in hun boekje en niet veel later kunnen we boarden.
Nederland, here we come!
- Joël
Reacties (4)